De geschiedenis van de langlauf- of Steinmetz-schaats

(transcribed from Kouwe Drukte #29, April 2007, pg 8-12; magazine of Poolster skate collectors club; see : kouwe-drukte )

Bladerend door enkele wat oudere Zandstra-catalogi kwam ik de naam Click Noor tegen.

Wie heeft aan de basis van deze schaats gestaan en wat is het bijzondere hieraan? Het is, zoals zo vaak gebeurt bij innovaties, een (toevallige?) sameloop van omstandigheden. In dit geval was het Bert Steinmetz, tot begin 1995 werkzaam als visserij-bioloog bij het ministerie van Landbouw en Visserij in Den Haag, en verwoed fietser en schaatser. Hij had echter geen sterke enkels, hoge noren waren den ook taboe voor hem.

In september 1987 met vakantie in de Franse Jura zag hij in een tijdschrift een foto van een langlaufer die zich met de schaatspas voortbewoog. Steinmetz kreeg het Eureka-gevoel en dacht: dit is het! Als je kunt langlaufen met de schaatspas, kun je ook het omgekeerde doen, schaatsen met een langlaufbinding en dito schoenen. Hij zag als toerschaatser meteen de vele voordelen.

Steinmetz werd enthousiast en liet bij een plaatselijke timmerman in Voorschoten in het najaar van 1987 een experimentele schaats ontwerpen. bestaande uit het Nooitgedagtijzer van een houten noor met daarop een vrij smalle houten voetstapel. Daarop werd een langlaufbinding bevestigd. Dit experimentele model is nu nog steeds te bewonderen in het Westland Schaatsmuseum van Jan Verbeek te Naaldwijk.

Voordat de eerste proefrit met de langlaufschaats gemaakt kon worden, ging er het een en ander aan vooraf. In december 1997 wordt bij het Utvinderscentrum Nederland in Rotterdam deze schaats voor beoordeling aangeboden. In juli 1988 verschijnt het beoordelingsrapport. Helaas is dit rapport een koude douche voor Steinmetz. Over de langlaufschaats wordt wel positief geoordeeld, maar een octrooi hierop aanvragen ligt moeilijk, omdat deze schaats is samengesteld uit bestaande en ooit uitgevonden onderdelen. Jaren later blijkt dit echter volgens een octrooideskundige een onjuiste beoordeling te zijn.

Steinmetz laat zich niet uit het veld slaan. In het najaar van 1988 maakt hij om 00.00 uur op de Menkenbaan in Leiden de eerste proefrit. Het waarom van dit middernachtelijke uur is duidelijk; geheimhouding is geboden. Medio 1989 wordt met de firma Zandstra contact opgenomen. Deze ziet het belang van de vinding in. Voor een aanvraag van een octrooi wordt afgezien, gezien de hoge kosten (fl 40.000) en het teleurstellende evaluatierapport.

Najaar 1989 besluit Zandstra twee honderd paar langlaufschaatsen te laten maken met Rottefellabindung. Daarna vinden er proefritten op de Uithof in Den Haag plaats. De eerste die opmerkt dat Steinmetz daar zijn rondjes rijdt op een paar bijzondere schaatsen, is Jan Verbeek. Zo zie je maar weer een goede schaatsverzamelaar houdt altijd zijn ogen open !

De ontwikkeling gaat verder. Op vier januari 1989 wordt de langlaufschaats in Heerenveen in de publiciteit gebracht en verschijnt er een artikel in de Leeuwarder Courant.

Steinmetz is uiteindelijk zelf de beste promotor van de langlaufschaats. In 1989 gaat hij dankzij Jan Verbeek mee met de Westlandse schaatsvereniging naar de eerste alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee. Hoewel niet speciaal daarvoor getraind, weet hij deze tocht tot een goed einde te brengen. We laten Bert Steinmetz nu zelf aan het woord:

"Eenmaal gestart - om zeven uur in de vroege ochtend - ging het als een oude diesel. Met een lange slag en in mijn eigen tempo had ik er om 11.05 uur de eerste honderd kilometer opzitten. Op dat moment dacht ik: als je ooit nog eens tweehonderd kilometer wilt uitriden, is het nu of nooit ... ik ben toen rustig doorgegaan en nadat ik het laatste rondje heel gezellig samen met een paar reisgenoten had afgelegt, kwam ik om 18.00 uur over de finish. Zelfs toen voelde ik me nog fit, ik heb nu zelf aan den lijve ondervonden dat het schaatsen op de langlaufschaats veel minder vermoeiend is."

Ondanks dit mooie persoonlijke succes ging de ontwikkeling en de verkoop van de skischaats in de negentiger jaren vrij moeizaam. In 1990 neemt Zandstra, zonder verder overleg, een eigen ontwerper in de arm en worden vijfhonderd paar langlaufschaatsen gemaakt. Steinmetz is zeer ongelukkig met dit ontwerp, niet alleen vanwege het model, maar ook omdat deze niet in het gangbare slijpblok past. De verkoop verloopt, mede door de praktisch isloze winters, teleurstellend. In een later stadium worden de slijpblokken voor deze schaatsen aangepast.

Twee jaar later, in 1992, ontwerp de broer van Steinmetz, industrieel ontwerper van beroep, een viertal modellen.

Zandsta neemt deze mee naar de wintersportsbeurs in München. Door de "niet slinkende" voorraad van de "blauwe" schaats, wordt echter geen van deze modellen in productie genomen. De concurrentie zit ondertussen niet stil. Zandstra treft in 1994 op de beurs in München vijf (!) concurrenten met een soortgelijk schaats aan. Het houten model wordt nu vaarwel gezegd. Eind 1995 komt er, na gemeenschappelijk overleg, een defintief door de broer van Steinmetz ontwerpen aluminium model op de markt.

Steinmetz geeft het niet op zijn langlaufschaats "in de markt te zetten." Hij legt contact met Bever Sport, die met zeven filialen in Nederland deze schaatsen in het assortiment wintersportartikelen opneemt. Ook andere buitensportzaken zoals Demmenie in Amsterdam en de Zwerfkei in Woerden verkopen dankzij zijn inspanningen dit type schaats. Toch verloopt ook hier de verkoop stroef. Een van de redenen zou kunnen zijn dat de klapschaats nog geen furore maakte en men vreemd tegen deze nieuwe loot aan de schaatstypenboom aankeek. Onbekend maakt onbemind.

Het is bekend dat de gemiddelde schaatser vrij conservatief is in zijn materriaalaanschaf. Hoe lang heeft het niet geduurd voordat de klapschaats vaste voet aan de grond kreeg, om nog maar niet te spreken over het snelle pak van Krienbühn. Hij was toch aanvankelijk het lachertje van de Europese schaatspistes. Pas toen er sneller tijden werden gemaakt met dit pak en met de klaapschaats ging men overstag.

Maar, zoals gezegd, ook de concurrentie zat niet stil. Met name de kleinere spelers op het gebied van de schaatsenmarkt bliezen hun partijtje dapper mee. We denken dan aan de toen nog "jonge" schaatsfabriek Interraps in Almelo, waar de technisch directeur Hans Veldhuis open stond voor innovatieve producten. Hij zag ook duidelijk toekomst voor deze schaats. Veldhuis noemde deze schaats de klip- en klapschaats. Klip geeft aan hoe snel je ze kunt af- en aandoen, in combinatie met het geluid van de klapschaats bij het rijden.

Een andere kleinere speler die zich al in een vroegstadium met de langlaufschaats heeft bezig gehouden is de firma Free-Wheel uit Vorden waarachter Martien Pater, directeur van Free-Wheel, schuil ging. Hij timmerde, bijna letterlijk, flink aan de (ijs)weg met zijn free-skate. Hij was bijvoorbeeld altijd present met een kraan tijdens de Alternatieve Elfstedentochten op de Weissensee, net als Zandstra tijdens de eerste Alternatieve. Zelf reed hij ook mee, uiteraard op de toen nog felgele free-skates.

Is Zandstra met deze langlaufschaats slachtoffer geworden van de wet van de remmende voorsprang? Zoals ook Havekotte aanvankelijk het belang van de skeeler onderschatte en de markt, wat betreft de skeeler, voor hem gedeeltelijk verloren ging.

Hoe het ook zij, Martien Pater heeft anno nu een combinatie van twaalftal free-skates in zijn assortiment.

Het laatste hoofdstuk Zandstra-Steinmetz wordt medio negentiger jaren geschreven. Steinmetz verzoekt Zandstra het overeengekomen contract op te stellen. Zandstra stelt in december 1995 Steinmetz voor distributeur te worden van de cross-country/ langlauf schaats tot 1 maart 1996 en daarna het hele project over te nemen. Deze acht dit voorstel niet levensvatbaar. Je zou kunnen zeggen dat de samenwerking als een nachtkaars is uitgegaan.

Steinmetz lijkt achter te blijven met een droom die achter de (opwarmende) horizon verdwijnt. Dat is echter niet het geval. Begin 1990 paste hij als eerste (?) de langlaufbinding ook toe op de skeeler.

Anno 2007 adviseert hij dan ook: "pak je skeelers uit de kast nu het lekker weer wordt en ga schaatsen !" ( Zorg wel voor een helm en bescherming van knieen, polsen en ellebogen!)

Maar dat is nog niet alles. Bert Steinmetz heeft meerdere snaren op zijn viool die hij weet te bespelen. Hij slaat er op mee te delen dat hij zich ook met het schrijven van kinderboeken bezig houdt. Als visserij-bioloog heeft hij een kinderboek geschreven onder de titel "Het avontuur van Dop de zalm."

Met dit boek wil hij het leven onderwater duidelijk maken.

In een catalogus van Zandstra uit het seizoen 2O03/04 is de houten voetstapel definitief vervangen door aluminium. Wonderlijk genoeg wordt ook de houten Click Noor nog steeds te koop aangeboden. Waarschijnlijk oude voorraad, die door de slappe winters van de afgelopen jaren nog steeds op de schappen liggen. Verzamelaars, sla uw slag, deze houten Click Noren worden collectors items!

Als een voetnoot (of uit eerbetoon?) wordt in de catalogus vermeld dat het idee van de Click Noor afkomstig is van B. Steinmetz uit Voorschoten. Symbolischer kan het bijna niet. Bert Steinmetz, bedenker van de langlaufschaats, zou je kunnen zien als een voetnoot in de ontstaansgeschiedenis van een nieuwe schaatsvariant.

Maar is dat niet vaak het geval bij uitvinders of ontdekkers van zaken die aanvankelijk met een schouderophalen ontvangen worden, maar later een succes blijken te zijn?

Anrie Broere

skate models skate and boot